Cuba 1999, Maria la Gorda

Cuba, land van zon en stromende regen, dollars en pesos, rum en sigaren. En natuurlijk duiken, liefst mooi en veel. Dus na de gehuurde auto achtergelaten te hebben in Pinar del Rio op naar Maria la Gorda, na langdurig zoeken op internet door ons gebombardeerd tot de mooiste duikstek van Cuba. Kruip door, sluip door om de politiecontroles te vermijden, met een illegaal geritselde taxi op weg. Maria la Gorda is niet voor niets een onbedorven duikstek, het ligt in militair gebied. De enige ‘bewoning’ langs deze kust is het resort van onze keuze.

 

De taxi dumpt ons ruim voor de laatste checkpost en smeert ‘m snel. We proberen vruchteloos bij de radarpost te bellen, maar er is maar één plek waar dat mag, de checkpost zelf. Dus na een korte wandeling daar aangekomen. Pluk, Karin en Sanne vooralsnog met bagage bij de radarpost achtergelaten. Ze komen me al gauw achterna, gelukkig maar, want ik mag (zonder paspoort op zak) niet meer terug. Na de paspoortcontrole wordt de volgende ‘taxi’ gebeld. Hij laat niet lang op zich wachten en hij blijkt, in tegenstelling tot de Lada (met vijf man en bagage) zeer ruim: een grote vrachtwagen, z’n laatste vracht zo te zien ruim 20 m3 grond. Ik vis m’n rugzak uit de koeienstront, de dames stappen netjes voorin, Pluk en ik achterin en zo de laatste 17 kilometer naar het resort afgelegd.

 

Het resort is geen typisch Cubaans resort, de kamers zijn ruim, schoon en groot. Het zwembad op steenworp afstand van de zee ontbreekt echter, evenals het paardrijden, het surfen, de tennisbanen en noem maar op. De enige twee activiteiten zijn de bar en natuurlijk duiken. Duiken gaat die eerste dag niet meer.

 

De duikschool is uiteraard snel gevonden. Het ziet er vooralsnog goed uit. De spullen zijn redelijk nieuw en zo te zien goed onderhouden. We zullen er echter geen gebruik van maken. We slepen onze eigen zooi mee, alweer een tijdje. Er hangt een kaart met meer dan 50 divesites, allemaal in de baai, links van het resort, als parels aan een ketting. Maar de hele baai blijkt één grote divesite. In de dagen die volgen komen we maar één keer op een van de aangegeven plekken, tijdens de laatste nachtduik. De rest gaan we onder in tot de verbeelding sprekende plaatsen als ‘Mysterious Chain’, ‘Caribean Balcony’, Maria’s Salon’ en ‘Charms’.

 

De volgende dag is het zover. Om 9 uur bij de duikschool, brevet showen, aan boord en ‘n uur later al het water in. Juan Carlos blijkt de komende dagen onze dive-master. Zeer relaxed, oplettend zonder overbezorgd te zijn, een prima gids.

Maria la Gorda is een grote baai. Vanaf het strand komt er na een meter of 50 eerst een ‘rif’ dat bestaat uit kleine eilandjes die op een diepte van een meter of zes in het spierwitte zand liggen. De bodem daalt verder en even later een tweede rif, al meer aaneengesloten, diepte een meter of 10. Weer wat verder begint het echte werk. Het laatste rif op een diepte van ‘n meter of 12 tot 18 aan de ene en ‘n meter of 200 aan de andere kant. Het rif, over het algemeen niet meer dan zo’n 20 meter breed en doorsneden met kloven en grotten.

Elke duik begint aan de hoge kant van het rif, afdalend op de zandbodem. Daarna over of door het rif naar een meter of 25 tot ruim 30. Het eerste deel gaat dan diep langs het rif. De fauna is minder dan boven, maar de rest is schitterend. Bekerkoralen waar je in past, veel zwart koraal dat als waaiers van de wand afstaat, doorzichten op het als trechters naar beneden komende witte zand, onder je de peilloze diepte. Dan naar boven en afhankelijk van de stroming daar verder of terug. De groep is altijd redelijk, 4 tot 6 personen en onze Juan (slechts 1 andere groep van ca. dezelfde grootte). Minder diep meer koralen en meer vis. Gray French en Queen Angelfish, Yellowtail damselfish, Green morays, Reusachtige kreeften, Poetsgarnalen, prachtige naaktslakken, Yellowtail snappers, Tritons, Garden eels en nog veel meer wat we bij gebrek aan een goed boek vaak nooit thuis hebben kunnen brengen.

 

Na de eerste duik om ca. 12 uur terug, lunchen, tukkie doen en om ongeveer half vier weer aan boord voor de tweede duik. Om een uur of 6 terug, diner en eventueel om 8 uur de nachtduik. De avond wordt dan besloten met de andere activiteit.

 

Ook de nachtduiken zijn mooi. Je krijgt er gewoon de kriebels van. Letterlijk. Zo gauw je maar even stil hangt is het voor je lamp een drukte van jewelste. Het plankton verdringt zich om een plekje op de eerste rij. Wel jammer dat het nogal kan jeuken. Aan de oppervlakte is het nog erger. Afdalen en opstijgen in het donker derhalve. Toch is er veel te zien. Gigantische krabben (cocktail voor de hele duikschool) schuifelen voorbij, een octopus geeft een discoshow, Squid doet aan formatiezwemmen, een Yellow stingray vliegt langzaam onder ons door, poetsgarnalen piepen stiekem weg. Het zwakke licht van m’n backuplamp (ze kunnen in twee dagen niet alle lampen opladen) valt nog net op een Schorpioenvis.

 

Hoe belangrijk een goede divemaster is wordt ons in de loop der dagen duidelijk. We komen een duik bij ‘jojo-Frankie’ terecht. Hij is het tegendeel van Juan Carlos. Niet alleen is de bijnaam jojo-Frankie terecht, hij is zo onrustig als een kat op een hete kachel. Constant aandacht vragen, nooit dicht genoeg bij hem of je buddy, doorzwemmen en niks aanwijzen. Ter verduidelijking zijn twee profielen bijgevoegd. Een prijsvraag: wie is wie bij welke duik. Onder de foute inzenders wordt een wortelkanaalbehandeling verloot.

 

Het enige minpuntje die dagen is dat de brevetten niet goed gecheckt worden. Een Française wordt pas betrapt wanneer ze niet weet hoe haar setje in elkaar moet, ze heeft geen enkele ervaring. Ook duurt het wel eens even voordat Juan Carlos er is. Bijvoorbeeld als hij iemand van de bodem moet halen die met stalen fles en acht kilo lood, zonder pak, overboord springt. Die zal last van z’n oren hebben gehad, hij bleef niet drijven. Maar omdat we een redelijk vast groepje hadden eigenlijk geen problemen.

 

Maria la Gorda, een aanrader.

Rokus

 

 

terug naar reisverhalen