Ambon 2010


We zijn net terug van Ambon. En eigenlijk is dat achteraf wel heel erg goed bevallen. Achteraf klinkt misschien beetje een vreemd, maar laat ik bij het begin beginnen:
Eigenlijk heb ik geen idee hoe we ook al weer op Ambon verzeild zijn geraakt. Dat zou je aan Sanne moeten vragen. Volgens mij zat ze een beetje te surfen, kwam de Psychedelic frogfish tegen, kwam vervolgens uit bij Maluku Divers, en dat zag er goed uit. Beetje verder zitten surfen, wat rondgemaild en besloten de sprong (vlucht) te wagen, mede door de leuke, snelle en adequate wijze waarop onze e-mails werden beantwoord.

 

Vlucht naar Jakarta, via Singapore, zelf geboekt en Maluku divers een vlucht naar Ambon en een nachtje hotel laten regelen. Het is een lange reis, maar mede door de overnachting op Jakarta alles bij elkaar goed te doen. Donderdag 14 oktober rond de middag, een paar uur voordat het luchtruim voor dagen dicht gaat, vertrokken. Op Singapore liggen ze al in rijen in een slaapzak in de vertrekhal te slapen; we waren achteraf net op tijd weg.Pas op zaterdag rond de middag zijn we bij Maluku Divers. Ondanks de lange reis komen we redelijk uitgerust aan en ’s middags liggen we al in het water voor een eerste verkenning van het huisrif. Samen, er hoeft niemand mee, geen gezeur. Lekker relaxed.

Boxer or Pom-pom crab Calpurnus semistriatus Coleman shrimp
Dat relaxte gaat er nog wel vanaf.  De eerste dagen stroomt het behoorlijk. Nu is de vraag natuurlijk: wat is behoorlijk? Maar als de gids op een gegeven moment aan een rifhaak hangt kan je je daar wel een idee bij vormen denk ik. Dat maakt fotograferen lastig en de andere gasten (veelal ouder, tot in de 80!) maken dat er niet makkelijker op. Het zijn er niet veel, maar ze hebben wel allemaal een (video)camera. De meeste stellen hebben er zelfs beide één en iemand heeft er zelfs twee bij zich. Zelf Marcel, de divemanager, duikt met een videocamera. Alles bij elkaar betekent dit dat we regelmatig ‘afhaken’. Bovendien blijkt de eerste ochtend ook een van m’n flitsers het niet te doen. Hij is pas ruim een jaar oud en ik had uiteraard alles thuis gechecked. ’s Avonds alles in elkaar gezet, weer gechecked; alles prima in orde. ’s Morgens doet het kreng het niet, kabelbreuk of los contactje. Uiteindelijk weet ik hem met wat kunst en vliegwerk een paar dagen aan de praat te houden tot hij het de vierde dag definitief opgeeft.   De eerste dagen viel het, eerlijk is eerlijk, dus een beetje tegen. Er is wel veel te zien, maar niet heel lang, want dan moet je ‘door’, de stroming wacht niet. Dat werd overigens na een paar dagen wel beter en ’s avonds op het huisrif viel het redelijk mee. Dat was dan weer mazzel, want we hebben 9 nachtduiken gemaakt, waarvan 7 op het huirif.  Alleen de eerste nachtduik was even afzien. Na een zware bui ’s middags, met bijbehorende storm, was het weer wel weer in orde, maar de zee nog niet. Was erin lopen met wat moeite nog wel te doen, we komen tenslotte uit Nederland, er uit komen was op z’n zachtst gezegd een drama. Rollebollend over de keien terwijl Sanne tegen het enige opstakel slaat: een Japanse bunker die in de het water staat. Maar we overleven het en… wel een mooie duik! En verder prima weer gehad. 
Napoleon snake eel  Bigfin reef squid  Flamboyant cuttlefish
Het huisrif, voor ons bijna een vereiste voor een geslaagde duikvakantie, was zeer de moeite waard. Net als in Cebu een groot deel langzaam aflopend met afwisselend zand, steen en wat dieper kleine koraaleilandjes dat naar de rand van het rif langzaam veranderd in een ‘echt rif’.  Veel te zien ook, Sanne vindt zelfs twee keer een Pompomkrabje! Maar ook diverse snake-eels, Stargazers, (parende) Shameface crab en garnaaltjes, octopus, cuttlefish en sepia, veel schelpen, naaktslakken en nog veel meer, waaronder de mysterieuze ‘plastic buisjes worm’. Meestal liggen we er dik 1,5 uur in.

De dagen daarna wordt het beter, veel beter. Het stroomt minder, er zijn minder gasten en het verlies van de flitser is al weer vergeten.

De divesites zitten allemaal redelijk dicht bij elkaar. Zo dicht dat je vaak zelfs voor het uurtje oppervlakte-interval naar het resort terug gaat. Zo niet, voor koffie / thee en een snack wordt gezorgd. Maar ondanks dat de sites zo dicht op elkaar zitten is er een redelijke variatie.

Riang, een combi van slope & zand met overal bubbels en veel vis; the Jetty, juist ja, onder de jetty, Rhino, een begroeide helling met, in tegenspraak met de stelling dat je nooit ziet waar de naam van de duiksite naar is genoemd: Rhinopias.

 

Het vermelden waard is ook Laha I/II. Deze ligt vrijwel onder de boten in de haven. En ongetwijfeld mede door het vele (vis)afval, vinden we hier een behoorlijke hoeveelheid interessant spul: onder andere veel zeepaardjes, drie soorten enorme snake-eels (Napoleon, Crocodile & Stargazer), een juvenile Painted frogfish (prachtig), Sea urchin shrimp, Flying gurnard, Pygmy cuttlefish (niet te verwarren met de Pygmy squid) en in de vuurzeeegels: Coleman shrimp, Zebracrab én Allopontonia iaini (die ja).

 En last but not least, is er ook nog Laha III: home of the Psychedelic frogfish; het arme beest.

Psychedelic frogfish Natica alapapilionis shameface crab
In tegenstelling tot de visioenen van Sanne, dagenlange onzekere zoektochten in afgelegen donkere diepten die uiteindelijk moeten leiden tot dat ultieme moment van euforie, wordt je er gewoon ‘bovenop’ uit de boot gegooid. Daar, zo honkvast als een politicus op het pluche, zit ‘ie; al sinds z’n (her)ontdekking in 2008. Het zijn er overigens schijnbaar twee, al zie je er nooit meer dan één.

Zo makkelijk als het lijkt is het nu ook weer niet. Het beest zit namelijk verscholen in een klein hol en lijkt daar zelfs ’s nachts niet standaard uit te komen. De eerste keer als we bij Laha III komen zit hij braaf op ons te wachten. De tweede keer is er echter niks te zien en het dier wordt er vakkundig en voorzichtig uit gepeuterd.
  Na wat foto’s, en vervolgens een visje als beloning, wordt ‘ie weer terug gezet. Moet ‘ie nog snel zijn ook, want een murene heeft zich naast de Psychic gesettled, blijkbaar zijn variant van het cafetariamodel. Het visje is meestal een kardinaalsbaarsje dat Semuel met z’n stokje weet te raken. Semuel kennen we trouwens nog van Lembeh. Duikgidsen in Indonesië zijn echte Islandhoppers.
Maar aangezien iedereen die nieuw is natuurlijk toch een keer dat beest wil zien komen we er de eerste dagen vaak, voor ons een beetje te vaak. Maar, stukje service van de zaak: vanaf dat moment gaan ze er alleen nog maar tijdens de middagduik heen. Die slaan wij namelijk over, wij doen (meestal als enige) de nachtduik.
Stargazer Weedy scorpionfish Western king prawn
Een laatste duik die het vermelden waard is, is Hatiwe. Even snel een keer Mimic octopus zien. Gingen we bij Devion point nog uit ons dak voor een Wonderpus, Hatiwe is Cepholopod heaven. De een na de ander Mimic weet Semuel met schijnbaar gemak uit het zand te lokken. Ik denk dat we er in twee duiken 8 of negen hebben gezien. Iedereen z’n eigen mimic om mee te ‘spelen’. Maar ook veel Longarmed or White V octopus,  Veined octopus en zelfs een heel jonge Flamboyant cuttlefish. Tussen de bedrijven door nog Flying gurnards,  Pegasus seamoth, Cockatoo waspfish, alles klein, en wat mooie schelpen.
 

Er zijn altijd mensen die zich nu afvragen: zijn er dan geen mooie riffen met grote vis? Natuurlijk wel, maar niet in de baai. Althans, verspreid in de baai zijn wel wat kleine wandjes, verder van de baai zijn wat duikstekken met iets wat daar op gaat lijken, maar de echte mooie riffen zijn verder weg; daarvoor moet je op een ‘daytrip’ (lunch aan boord) naar de buitenkant van het eiland. Maar we hadden maar twaalf duikdagen, dus daar zijn we echt niet aan toe gekomen. Wel heel mooi, volgens degenen die er zijn geweest. Misschien voor volgende keer, we gaan vast nog een keer terug.

Tot aan de waterkant,

Rokus

p.s. meer foto’s over deze vakantie vind je op :          Diverosa: Ambon

terug naar reisverhalen

.